-
Nominativ oder Akkusativ: Übung
Twaalf meerkeuzevragen waarbij je het juiste lidwoord of voornaamwoord aanduidt.
Interactieve oefeningLeerkracht -
Naamvallen: Vertaling Der-Gruppe en Ein-Gruppe
Vul van het gevraagde woord de basisvorm in, dus zonder uitgang.
Interactieve oefeningSchool/onderwijs -
Keuzevoorzetsels (5)
Vul het juiste voorzetsel en de juiste vorm in.
Interactieve oefeningSchool/onderwijs -
Hulpwerkwoorden haben, sein, werden (2)
Oefening bij de vervoeging van de werkwoorden sein, haben, werden.
Interactieve oefeningSchool/onderwijs -
Het persoonlijk voornaamwoord (4)
Lees de zinnen aandachtig en vul het juiste voornaamwoord aan.
Interactieve oefeningSchool/onderwijs -
Het persoonlijk voornaamwoord (3)
Lees de zin aandachtig en kies het juiste voornaamwoord uit de lijst.
Interactieve oefeningSchool/onderwijs -
Voorzetsels (4)
Lees de zin en kies het correcte voorzetsel uit het lijstje.
Interactieve oefeningSchool/onderwijs -
Bezittelijk voornaamwoord (3)
Oefening op het bezittelijk voornaamwoord in het Duits.
Interactieve oefeningSchool/onderwijs -
Naamvallen: Ein-Gruppe (4)
Lees de zin aandachtig en kies de juiste naamval.
Interactieve oefeningSchool/onderwijs -
Naamvallen: De juiste vorm van het lidwoord (2)
Lees de zin aandachtig en vul de juiste vorm van het lidwoord aan.
Interactieve oefeningSchool/onderwijs -
Naamvallen: De juiste vorm van het lidwoord (1)
Lees de zin aandachtig en kies de juiste vorm van het lidwoord.
Interactieve oefeningSchool/onderwijs -
Sterke werkwoorden in de tegenwoordige tijd: Herhalingsoefening (3)
Oefening op sterke werkwoorden in de tegenwoordige tijd (o.t.t.), deel drie.
Interactieve oefeningAndere functie