-
Verbuga: Nederlandse werkwoorden oefenen
Kies de werkwoorden en tijden die je wil inoefenen.
Interactieve oefening (13)Leerkracht -
Groenten: Woordenschatoefening
Met deze flashkaarten en oefensets met afbeeldingen en benamingen oefen je de meest voorkomende groenten in België.
Interactieve oefening (4)Leerkracht, ICT-coördinator -
Fruitsoorten: Woordenschatoefening
Dit is een Quizlet over fruit met afbeeldingen, Ook moeilijkere namen zitten erbij.
Interactieve oefeningLeerkracht, ICT-coördinator -
Meervouden: Oefeningen
Oefening op het meervoud via zelfgeschreven verhalen. De oefeningen bevragen de verschillende meervoudsvormen door elkaar (-s, -'s, -en en uitzonderingen).
Interactieve oefening (5)Leerkracht, GOK- of zorgcoördinator, ondersteuner -
De koning en de eekhoorn: Onvoltooid verleden tijd
Je leest een sprookje over de koning en de eekhoorn. Je vult telkens het werkwoord in de verleden tijd in.
Interactieve oefening (4)Leerkracht, GOK- of zorgcoördinator, ondersteuner -
Schooltaalwoorden: Invuloefening
Kies uit een lijst van schooltaalwoorden een woord om in de zin in te vullen. Begin bij de eerste zin en werk de oefening zo af.
Interactieve oefening (3)Leerkracht -
Schooltaalwoorden 2: Oefenen hoofdstuk 5
Maak deze Quizletset rond schooltaal.
Interactieve oefeningLeerkracht -
Schooltaalwoorden 2: Oefenen hoofdstuk 4
Maak deze Quizletset rond schooltaal.
Interactieve oefeningLeerkracht -
Schooltaalwoorden 2: Oefenen hoofdstuk 3
Quizletset om te oefenen op schooltaalwoorden gebaseerd op Werken met Schooltaalwoorden 2, hoofdstuk 3.
Interactieve oefeningLeerkracht -
Schooltaalwoorden 2: Oefenen hoofdstuk 1
Maak deze Quizletset rond schooltaal.
Interactieve oefening (3)Leerkracht -
Primaire behoeften: Basisbegrippen voor anderstaligen
Deze interactieve oefeningen zijn speciaal gemaakt voor anderstalige leerlingen. Je oefent hiermee basisbegrippen.
De reeks gaat over primaire behoeften en sluit aan bij Go4ty.
Interactieve oefening (14)ICT-coördinator, Ander -
Begrippen: Groot, klein, hoog, laag, veel, weinig, lang en kort
Je oefent op de begrippen: groot, klein, hoog, laag, veel, weinig, lang en kort. Je doet dit aan de hand van flitskaarten of een spelletje!
Interactieve oefening (13)ICT-coördinator, Ander