-
Zoek de schaduw bij de afbeelding
Zoek de schaduw bij elke afbeelding. Het woord wordt voorgelezen.
Interactieve oefeningNieuwLeerkracht, ICT-coördinator -
Het feest van Sinterklaas: Oefeningen
In deze oefening vind je verschillende oefeningen over het feest van Sinterklaas:
- een video over Sinterklaas,
- 2 praatplaten met woordenschat over Sint en Piet,
- draaikaarten om woordenschat te oefenen,
- een oefeningenreeks (o.a. woordenschat, …
Interactieve oefening (5)Leerkracht -
Getallen van 11 tot en met 20: Combineren
In deze oefening moet je getallen van elf tot en met twintig verbinden, bv. elf met het cijfer 11.
Interactieve oefeningLeerkracht -
Getallen van 0 tot en met 10: Combineren
In deze oefening moet je getallen van nul tot en met tien verbinden, bv. nul met het cijfer 0.
Interactieve oefeningLeerkracht -
Ik ga naar school: Woordenschat deel 2
Met deze oefening kan je de woordenschat bij het thema Ik ga naar school (deel 2) inoefenen.
Interactieve oefening (5)Leerkracht -
Starten op school (1): Basiswoordenschat Nederlands/Roemeens
Oefen met deze flashcards de basiswoordenschat over starten op school.
Interactieve oefening (3)Leerkracht -
Wat is de juiste benaming van de kleur?: LearningApps
Oefen de kleuren in het Nederlands. Verbind de juiste benaming met de kleur.
Als je met de muis over de 'i' gaat, wordt de kleur voorgelezen.Interactieve oefening (3)Leerkracht -
Oefenen met ou
Maak de oefening op de tweeklank ou.
Interactieve oefening (5)Leerkracht -
Woorden op -aai, -ooi en -oei: Oefeningen
Dit is een oefening met twintig woorden op -aai, -ooi en -oei.
Interactieve oefeningGOK- of zorgcoördinator, ondersteuner -
Oefenen met a of e
Met deze reeks kan je woorden met a of e inoefenen.
Interactieve oefening (3)Leerkracht -
Oefenen met au
Oefen op de woorden met de tweeklank au.
Interactieve oefeningLeerkracht -
Uitspraak van werkwoorden inoefenen
Dit is een lijst met frequente werkwoorden.
Het geluidsfragment heeft als doel de uitspraak van de werkwoorden te beluisteren om ze vervolgens eventueel na te zeggen.
Elk werkwoord komt aan bod in drie tijden: o.t.t., o.v.t., v.v.t.
AudioLeerkracht