Soorten zinnen

Duid aan over welk soort zin het gaat.
Kies uit: mededeling - vraag - bevel - uitroep

AU!
Mijn been doet pijn.
Wat is er gebeurd?
Hoeveel kost dat?
Doe de deur open!
Volgende week gaan we naar het nieuwe zwembad.
Heb jij een rode balpen?
Ik speel graag in de speeltuin.
Stop daarmee!
Geef die bal aan Sofie!
Juf An kan mooi zingen.
Hazel-Lore verveelt zich.
Pas op!
Mmm... Lekker!
Zit stil!
Waarom heb je dat gedaan?
Er zitten 10 kinderen in onze klas.
Wie oefent er fink op Bingel?
Ik kan lekker koken.
Ik haat corona!