Soms lacht de toekomst je toe.

De vijand kwam als een dief in de nacht.

In die zaal hangt een prachtige Rembrandt.

Eindelijk bereikte het schip een veilige haven, de schoot van een moeder.

Het peloton bereikte de voet van de berg.

Het viergangenmenu biedt een kleurig palet aan smaken.

Dat schaap heeft zich weer beet laten nemen.

Oom, Guus Geluk, heeft voor de derde keer de Lotto gewonnen.

De nachten zijn daar bitter koud.

In dat huis heeft de armoede haar intrek genomen.

Hij vroeg de ouders de hand van hun dochter.

Van leerlingen die pas in de hogere graad tot bloei komen, zijn veel voorbeelden te geven.

Haar koude ogen zeiden me genoeg.

Met lood in zijn schoenen begon hij aan de wedstrijd.

Hij heeft zijn ijzers al ondergebonden en is klaar voor de schaatstocht. (Het gaat om het woord ijzers.)