3
Kijk naar de informatie aan de bushalte.
Wat zie je? Schrijf het juiste nummer.
het zonenummer | |
het telefoonnnummer voor informatie | |
de naam van de halte |
|
het logo van de bus |
|
de bus rijdt in de stad | |
de bus stopt aan deze haltes |
|
het nummer van de bushalte |
|
dit is een bushalte, géén tramhalte |