Fotosynthese

Invuloefening over de fotosynthese

Vul de ontbrekende woorden in, druk daarna op "check" om je antwoorden te controleren en je totaalscore te zien. Als je een woord niet kan invullen, klik je op "hint" om de eerste letter te zien. Telkens als je opnieuw op "hint" klikt, krijg je de volgende letter te zien. Hierdoor verlies je wel punten!

Groene planten halen uit de bodem en uit de lucht. Dit zetten ze met behulp van zonlicht en bladgroen om in en . Dit is de fotosynthesereactie.
Te veel glucose in de cel veroorzaakt . De plant lost dit probleem op door de overtollige glucose om te zetten in . Dit gebeurt overdag.

's Nachts wordt het zetmeel in de groene bladeren gedeeltelijk afgebroken tot . Die worden naar andere delen van de plant (knollen, zaden, wortels) getransporteerd, waar ze opnieuw opgeslagen worden onder de vorm van .

Groene bladcellen bevatten of bladgroenkorrels. Deze bevatten het groene dat noodzakelijk is voor de fotosynthese.

Meestal zijn op de onderzijde van de bladeren aanwezig. Deze bestaan uit een zeer kleine opening, gevormd door 2 . Hierlangs kunnen gassen zoals CO2, O2 en waterdamp passeren. Deze gassen kunnen vervolgens via in de intercellulaire ruimten tot bij de groene bladcellen geraken.

Het zijn de die het blad een groene kleur geven.
De bladgroenkorrel bestaat vooral uit vocht dat het genoemd wordt. Hierin zitten groene membraanschijfjes die ook de genoemd worden. Een membraanschijfje is omgeven door een waarin en membraaneiwitten zitten. De membraaneiwitten zijn noodzakelijk voor de fotosynthese.

In een chloroplast zijn de thylakoïden op elkaar gestapeld. Zo'n opeenstapeling wordt genoemd (meervoud ).
In een bladgroenkorrel is ook aanwezig.