Vul de gaten in en druk daarna op "Controleer antwoorden".

Infinitief	Zin
kosten	1. Een liter benzine vandaag meer dan een jaar geleden.
sturen	2. Gisteren de leraar alle stoute kinderen naar de coördinator.
vernielen	3. De Romeinen veel gebouwen van de Galliërs.
vertellen	4. Heb ik je dat nieuwtje al ?
lenen	5. Liesje nooit haar boeken aan haar klasgenoten
wagen	6. Dat was echt een sprong!
verwijderen	7. Het formidabele waspoeder heeft alle vlekken !
opereren	8. Tijdens de Congolese oorlogen de rebellen vanuit de bergen.
verwijten	9. Gisteren de leerkracht ons luiheid!
schrikken	10. Karel zich een hoedje toen de gemaskerde man plots voor hem opdook.
bemerken	11. De politieagent bij de laatste ondervraging dat de getuige zichzelf tegensprak.
schijnen	12. Het licht van vele lantaarns op de muren.
wonen	13. Gregory in een appartement voor hij verhuisde.
vinden	14. Jordy de lessen techniek maar saai.
benutten	15. Niet alle leerlingen vorig jaar hun kansen om leerstof bij te werken.
besteden	16. De sportleraar vroeger veel minder tijd aan hygiëne.
glijden	17. Ik ben tijdens mijn wintersportvakantie erg vaak de berg af .
trekken	18. De rode Duivels in 1986 naar Mexico.
verschuiven	19. Een aardbeving ontstond toen de twee aardplaten .
rusten	20. De atleet moest van zijn dokter om zijn blessure te laten genezen.